Keuken op inductie

Koken op inductie; uitleg & tips

Uitleg

Inductie is de meest voor de hand liggende manier om koken op gas te vervangen; er gaat nauwelijks energie verloren en de werking met magnetische krachtvelden heeft ook veel weg van koken op gas.

Inductie heeft elektriciteit nodig om de pan op te warmen, maar heeft een andere werking. Het werkt namelijk met magnetische krachtvelden die enkel bij contact de pan verwarmen. Deze manier van overdracht wordt bijvoorbeeld ook gebruikt bij het opladen van je tandenborstel, contactloos betalen of bij het remmen van een elektrische auto. In een inductiekookplaat zit een koperspoel, daardoorheen gaat een wisselstroom dat een magneetveld opwekt. Dit gaat contactloos. Door de pan neer te zetten vormt de bodem een spoelkern en loopt de warmte in de pan. De warmte is ook direct weer weg als de pan wordt opgetild. Het werkt dus alleen als de pan dicht bij het magnetisch veld is.

Pendelen of pulseren

Veel inductiekookplaten hebben de eigenschap dat de kookplaat niet constant verwarmt. Dit is de normale werking en geen storing in de kookplaat.

Bij gebruik van 1 kookzone zijn dit de kenmerken:

  • Bij lagere kookstanden regelt de inductiekookplaat het vermogen door de zone kortstondig in en uit te schakelen.
  • Bij lichte pannen en weinig inhoud zie je dit doordat het water opborrelt en het net lijkt alsof het niet aan de kook blijft.
  • Je hoort het geluid van tikken of zoemen in de pan.

Wordt dit juist ervaren tijdens het gebruik van 2 of 3 kookzones? Dat is het pendelen of pulseren van het vermogen tussen de kookzones om overbelasting te voorkomen.

Pannen

Niet alle pannen zijn geschikt voor een inductiekookplaat. De pan moet bestaan uit magnetisch materiaal! Als je pannen niet of niet goed reageren op de inductiekookplaat dan is de meest voorkomende oorzaak dat er een pan met geen of weinig ijzer wordt gebruikt. Dit kan je testen door te kijken of een magneet blijft plakken aan de onderzijde van de pan. Als de magneet niet of niet goed blijft plakken, dan is de pan niet geschikt voor een inductie kookplaat.

Ook is het van belang dat de pan een vlakke bodem heeft; een kromming of bolling belemmerd de werking van de kookplaat. Leg de pan onderste boven en leg er een latje of waterpas op om te testen of de bodem vlak is. Gebruik geen pannen die; gebruikt zijn op een gaskookplaat / wiebelen op de kookplaat of waarvan de bodem is beschadigd.

Schuif niet met de pannen over de kookplaat; tussen de pan en de glasplaat kunnen zoutkorrels, suiker, grof gemalen kruiden of zelfs zand na het schoonmaken van groenten krassen veroorzaken op de kookplaat. Als je pannen verplaatst, til ze dan op.

Doordat inductiestromen trillingen veroorzaken in de panbodem zal in veel gevallen een brommend, hoog zoemend geluid of een hoge pieptoon te horen zijn tijdens het koken. Dit is de normale werking van een inductie kookplaat en heeft niks te maken met de kwaliteit van de pan. Verschillen in het geleidingsvermogen of de samenstelling van een pan maken dat de ene pan wat meer geluid maakt dan een andere. Een pan die uit één geheel bestaat zal minder geluid maken dan een pan met een meerlagige bodem maar beide zijn prima geschikt voor koken op inductie.

Tips

  • Gebruik niet direct de hoogste stand maar warm de pan langzaam op.
  • Laat een pan niet te lang op de hoogste stand(en) staan; door veelvuldig gebruik op de hoogste stand(en) zal de anti-aanbaklaag snel slijten.
  • Verwarm de pan altijd met olie en/of boter
  • Gebruik een pan die overeenkomt met de hoeveelheid voedsel die je klaar maakt. Gebruik dus geen pan met Ø 28 cm voor 1 hamburger.
  • Gebruik de zone die qua afmeting/doorsnede het beste past bij de pan. Soms wordt een pan niet herkend omdat de diameter van de panbodem (veel) kleiner is dan die van de kookzone.
  • Reinig de pan bij voorkeur met de hand, hierdoor blijft de pan het langst goed.
  • Reinig een nog hete pan nooit met koud water. Hier kan een thermoshock door ontstaan waardoor de bodem van de pan krom/hol of bol kan gaan staan.
  • Als de pannen in een kast of la gestapeld worden bewaard, gebruik dan altijd een bescherming tussen de pannen om beschadigingen te voorkomen.
  • Zorg ervoor dat de onderkant/bodem van de pan schoon en goed droog is voordat deze op de kookplaat wordt gezet. Zo wordt voorkomen dat het eventuele vocht in de kookplaat brand.
  • Vlekken op de glasplaat kan je het beste verwijderen door de desbetreffende zone iets (heel even op stand 1 of 2) op te warmen met een gewone kookpan gevuld met wat water. Vervolgens kan de vlek met een microvezeldoekje en afwasmiddel weg worden gepoetst. Ook met een Melamine (Wonder) spons, water en een beetje geduld kan het opgehoopte vuil goed worden verwijderd. Gebruik nooit een schoonmaakmiddel met citroen; citroen zorgt voor een witte waas op je kookplaat die niet te verwijderen is. Ook soda kan voor verkleuringen van de glasplaat zorgen. Er zijn hele goede reinigingsmiddelen in de markt verkrijgbaar die uw plaat in optimale conditie houden. Extra hard boenen is niet verstandig; maak de kookplaat liever een paar keer voorzichtig schoon tot het vuil weg is.
  • Door te koken met de deksel op de pan kan je slim en energiezuinig koken. De damp wordt opgevangen door de deksel waardoor je minimaal vocht verliest. Daardoor blijft de lucht in de keuken droger en kan je afzuigkap nog beter zijn werk doen op een lagere afzuigstand. Ook kan je hierdoor het vermogen van je inductiezone lager instellen, omdat de warmte goed wordt vastgehouden in de pan. Dit kan tot wel 50% aan energie besparen.